Musicalnieuws.nl

Nieuwe M-Lab productie De Heksen: dé kersttip van het jaar‏

Elke Kerstvakantie weet het M-Lab ons te verrassen met een bijzondere familievoorstelling. Ook dit jaar is dat weer gelukt met De Heksen, gebaseerd op het boek van Roald Dahl. MusicalNieuws was aanwezig op de feestelijke voorstelling (première) op maandag 22 december en zag een voorstelling waar jong en oud met volle teugen van genoot.

De boeken van Roald Dahl zijn uitermate geschikt voor verfilming en/of het maken van een theatervoorstelling. De verhalen zijn origineel, hebben bijzondere plotwendingen en zijn niet zoetsappig maar ook een beetje brutaal en bizar. Niet voor niets gooien Matilda en Charlie & the Chocolate Factory op dit moment hoge ogen op West End. Ook Heksen is in 1990 al uitmuntend verfilmd met Angelica Huston in de rol van de opperheks. De M-Lab productie is gebaseerd op het script van David Wood uit 1992 en een Belgische bewerking daarvan met liedteksten van Fabio van Hoorebeke. Yvon Haan zorgde voor de bewerking van het script voor de M-Lab versie.

In De Heksen neemt Jonas (gespeeld door Joost Kramer) het met zijn vriendje Bruno (Dook van Dijck) op tegen de Opperheks (Inge Ipenburg) die hij tegenkomt als hij met zijn oma (Inge Ipenburg) in een hotel verblijft waar ook de JAVGSHG wordt gehouden (Jaarlijkse Algemene Vergadering van het Geheime Stads Heksen Genootschap). Zijn vriendje Bruno is dan al door de heksen veranderd in een muis. Van zijn oma had Jonas al gehoord dat hij moest oppassen voor heksen en kreeg hij 4 tips mee om ze te herkennen: heksen dragen altijd handschoenen, ze dragen altijd een pruik, hebben meestal hele grote neusgaten en hebben altijd blauw speeksel. Jonas ontkomt er niet aan om zelf ook veranderd te worden in een muis, maar beide muizen weten uiteindelijk het heksengenootschap te weerstaan en te verslaan. Al is dat maar voor even, want heksen weten altijd weer terug te komen.

De gehele voorstelling zien we slechts drie acteurs op het toneel, die alle rollen voor hun rekening nemen. Ze beginnen echter gewoon als zichzelf en dat is een hele goede vondst. De aanwezige kinderen, die allemaal op kussens voor het speelveld mogen plaatsnemen, zien zo heel goed dat de drie acteurs het verhaal vertellen en de rollen spelen, en dat ze dus niet bang hoeven te zijn voor ‘echte’ heksen. Niettemin worden alle rollen zo leuk gespeeld dat iedereen het verhaal ingezogen wordt en met de personages mee gaat leven. De aanpak werkt goed, geen van de kinderen, hoe jong ook, krijg schrik, zelfs niet als ze allemaal tot kleine muisjes worden omgeturnd. De muizenoren hadden ze voorafgaand aan de voorstelling al in de foyer in elkaar geknutseld, de snorharen krijgen ze (met een snoepmuisje als beloning) op een gegeven moment op hun gezicht getekend door de twee mannelijke castleden.

Voor de acteurs is het een waar verkleedfeest, maar dat maakt het ook verschrikkelijk vermoeiend. Ze staan alle drie bijna continu op het toneel in één of andere gedaante, soms met accent, dan weer niet. Toch weten ze een kleine anderhalf uur de aandacht vast te houden en blijven zowel de jonge als de oudere bezoekers helemaal in het verhaal. Af en toe spelen ze ook weer gewoon zichzelf, en dat zijn momenten dat de toeschouwers het verhaal over de heksen even aan de kant kunnen schuiven en adem kunnen halen. De kinderen kunnen op die manier ook weer even de spanning kwijt om daarna weer door te gaan met het spannende verhaal. Een verhaal dat op zich goed afloopt (de heksen worden verslagen) maar ook weer niet helemaal (de kinderen zijn en blijven muizen, de heksen komen ooit weer terug). Typerend voor de verhalen van Roald Dahl.

Qua décor en kleding wordt er veel aan de verbeelding overgelaten en dat werkt uitstekend. Ook voor wat betreft de attributen is dat geval. Als Jonas met zijn oma per boot op reis gaan wordt dat uitgebeeld met grote, van papier gevouwen, boten. Ook de trein (M-Lab Express) waarin ze naar het hotel reizen is van papier en wordt met een touwtje van de ene kant van het toneel naar de andere kant getrokken. Het werkt, verbeelding doet de rest.

Na afloop sprak MusicalNieuws met alle castleden. “We hebben ongelofelijk veel lol,” zegt Inge Ipenburg over het plezier waarmee ze op het toneel staan. “We hebben het zo’n beetje in elkaar gezet in drie en een halve week en dankzij de regisseur [red: Vincent van den Elshout] hebben we heel erg veel ruimte gekregen om al onze impulsen te volgen en alle idiote dingen die in ons opkwamen er in te stoppen. En dat is natuurlijk leuk, dan wordt toneelspelen echt spelen.” Joost beaamt dat. “We hebben het heel erg leuk met elkaar en we hebben het heel erg naar onszelf toe kunnen trekken, waardoor het nu echt een feestje is om te spelen. Het is te gek dat die kinderen zo dichtbij zitten en ik probeer ze dus ook helemaal in het verhaal te trekken. Ik zie af en toe wel dat ze een beetje zitten te griezelen, maar dat mag ook wel. Het is een echt Roald Dahl verhaal en geen zoetsappig verhaaltje.”

In deze voorstelling staat Inge naast twee jonge toneelmakers te spelen. “Ik merk het leeftijdsverschil niet,” zegt ze daarover. “Ze zijn hardstikke professioneel en verschrikkelijk leuk om mee te werken. Ze vinden me misschien wel een oud wijf, maar volgens mij niet hoor. Ga het ze maar vragen.....”. We vroegen het aan Dook van Dijck. “Inge heeft natuurlijk heel veel ervaring en dat merk je aan kleine dingen. Je staat in de coulissen en denkt ‘o jee, nu is het de première’ en ze weet je dan met een anekdote helemaal rustig te maken. Achter de schermen leer je gewoon heel veel van haar. Zij speelt natuurlijk al heel lang en ze gaf ons ook heel erg veel vertrouwen.”

In de voorstelling wordt er veel van kleding gewisseld en in korte tijd. Inge: “Ja, achter is het een puinhoop. Er was nu een wortel weg bijvoorbeeld en dat is dan een probleempje, want die was met het weghalen van een pruik gewoon gevallen. En in eerste instantie ging de trap op en af met die enorme jurk helemaal niet, maar dat went.” “Het leukste is dat je zoveel rollen kunt spelen en dat je ze allemaal anders kunt invullen, qua stem en qua fysiek,” vertelt Dook ons. “Je mag lekker tekeer gaan. Je mag elke pruik die hier in het M-Lab is, opzetten en daar heeft de regisseur ons ook heel erg in vrijgelaten. We gunnen elkaar ook heel veel. De eerste scriplezing zaten we bij elkaar en dan zei de een: ‘weet je wat leuk is?’. de ander zei dan ‘dan moet jij dit zeggen, en dan zeg ik dat’. Dan merk je dat je samen aan het bouwen bent in plaats van dat het ieder voor zich is.

De Heksen is nog tot en met 4 januari te zien in het M-Lab in Amsterdam.