Musicalnieuws.nl

Maurice Hermans over Zo'n Toon: Liedjesman, Lenteman‏

Dinsdag 6 oktober vond de eigenlijke première plaats in de Stadsschouwburg Sittard-Geleen. Vandaag, dinsdag 20 oktober, wordt dat nog een dunnetjes overgedaan in het DeLaMar Theater in Amsterdam. Zo'n Toon is een persoonlijke hommage van een zoon aan zijn vader. In de voorstelling geeft Maurice Hermans, zoon van de legendarische Toon Hermans, een inkijkje in zijn leven met zijn vader. MusicalNieuws sprak met hem tijdens de perspresentatie op 1 oktober van dit jaar.

“Ik begin de voorstelling met te zeggen dat ik hier niet sta om beroemd te worden, of rijk,” vertelt Maurice Hermans ons, “maar omdat ik u nog zo veel wil vertellen over Toon. Want er is zo veel gezegd, maar dat was meestal geouwehoer. Wij willen het echte verhaal van Toon vertellen. Hoe hij was als echtgenoot, als vader, als kunstschilder, liedjesmaker. Ik noem hem 'De Lenteman', want dat was hij voor mij: Liedjesman, Lenteman. Daar gaat deze voorstelling over. Het gaat veel meer over privé dan over theater. Maar wel verhalen die privé zijn, maar die iedereen mag horen. Niemand heeft bijvoorbeeld iets te maken met hoe mijn ouders zijn gestorven. We vertellen het wel, maar op een hele mooie manier. We vertellen ook over de geboorte van mijn broers, het huwelijk van Toon en Rietje – hoe ze zijn getrouwd – en wat hij op die dag beleefd heeft. Verhalen die niemand kent. Zojuist tijdens de presentatie vertelde ik dat verhaal over de film die hij heeft gemaakt. Ik zag iedereen zich afvragen welke film dat dan was, omdat niemand dat weet. Maar dat zijn hele leuke verhalen kan ik je verzekeren,” zegt hij hard lachend.
 
Wordt het daarmee ook niet af en toe confronterend voor u, vragen we hem. “Nou, het is nu 15 jaar geleden [red. dat Toon overleed]. En dat is ook de reden dat ik dit gemaakt heb. De eerste vijf jaar na zijn dood zou ik het niet gekund hebben. Dat was te dichtbij. Maar hoe langer en hoe verder het weg komt, hoe meer je er overheen komt. Ik heb nog steeds wel af en toe de neiging om te emotioneel te worden, hoor. Ellen Evers zingt het liedje 'Zo waait de Wind' en dan zit ik naast haar op de tafel. Dan heb ik net het verhaal over de dood van mijn moeder, Rietje, verteld en dan begint zij dat lied tegen me te zingen. Een paar dagen geleden op de repetitie hadden we allebei tranen in de ogen omdat dat dan op dat moment zo dichtbij komt. Dat moeten we straks natuurlijk zien te verhinderen, alhoewel je tegenwoordig je emoties op de bühne ook best wel mag laten zien. Toen mijn vader een show deed, vlak na de dood van Rietje, en 'Ik heb je lief' zong is hij ook huilend het toneel afgelopen. En niemand nam het hem kwalijk.”
 
“In de mensen, bijvoorbeeld in de mails en brieven die wij krijgen, herken ik dat er een soort van heimwee is ontstaan naar zijn humor. Tegenwoordig is het allemaal zo keihard, cynisch en zo bedroevend van een niveau dat je denkt 'Hè, moet dat nou?' We moeten ons tegenwoordig inspannen op naar een cabaretier te luisteren. Je moet ook overal van afweten. En bij Toon: iedereen kende Sint Niklaas, de bal gehakt en de stoel van zijn zuster. Dat zijn herkenbare dingen in het leven en dat zijn wel mooie verhalen.”
 
Maurice heeft 35 jaar lang ook met Toon gewerkt. “Ik was 19 jaar toen ik bij hem kwam,” zegt hij daarover. “Hij was een vernieuwer in het theater. Hij was altijd bezig met hoe hij iets nieuws kon toevoegen aan de show. Mensen wilden wel altijd zijn succesnummers horen, maar daar heeft hij niet altijd aan toegegeven. Hij maakte toch wel nieuwe dingen. Maar ook in het theater zelf. Hij was de eerste van de cabaretiers die met geluid begon te werken. Carré heeft hij helemaal omgebouwd. De hele rand van het podium heeft hij zwart laten maken. Hij heeft de bühne uit laten bouwen. Overal waar hij kwam deed hij wel wat met het theater, om de show beter uit te laten komen. Hij was echt een theatergek, hoor! Niet alleen voor zichzelf was hij ontzettend gedisciplineerd, maar hij zorgde ervoor dat alles voor hem werkte. Veel jonge mensen hebben dat toen van hem overgenomen. In de voorstelling vertel ik ook het verhaal dat we thuis aan de keukentafel zaten met Jochem Myjer, Paul van Vliet en Herman van Veen, en dat ze allemaal met open mond luisterden en de verhalen opvingen en er later allemaal van profiteerden. En Toon zelf ook. Hij luisterde ook naar hen. 'Ik doe maar wat', zei hij dan. Maar dat was een groot understatement van hem natuurlijk. Hij ging een keer repeteren in Laren en dan deed hij net alsof de zaal vol zat. Dan kwam hij op en praatte met het publiek. Er zat niemand in de zaal maar het was net alsof het echt was. Thuis voor de spiegel deed hij dat ook. Anders kon je, volgens hem, het vak niet uitoefenen. Alles was van tevoren bedacht. En het zag eruit alsof het à l'improviste was. En dat is zo mooi. Mensen die helemaal bovenin in Carré zaten zeiden tegen me: 'Het was net alsof hij het tegen mij had!'. Dat is natuurlijk knap als je dat kunt. Dat was Toon en ik denk dat dat zijn grote kracht is geweest. Hij stond dicht bij de mensen.”
 
“Dat kwam natuurlijk ook door zijn boekjes,” vertelt Maurice Hermans verder. “Met zijn gedichtjes heeft hij ook heel veel blijdschap gegeven.” Lachend: “Maar die tegeltjes vond hij niks hoor! 'Die teksten van mij moet je niet op een tegeltje hebben maar ik je hart' zei hij altijd.”
 
“Inmiddels heb ik ongeveer 160 nieuwe liedje ontdekt. Die kunnen we natuurlijk niet allemaal zingen in deze voorstelling. Ik zou bij wijze van spreken nóg 'Zo'n Toons' kunnen maken. Misschien doen we dat ook wel. Ik vind dat geweldig, hij heeft zulke mooie dingen geschreven. Hij schreef altijd! Hij was de hele dag bezig. Ook toen Rietje stierf. Tien jaar lang heeft hij alleen maar geschreven. De hele dag, van 's ochtends tot 's avonds. Alleen maar liedjes. Er kwam bijna geen humor meer aan te pas. Die humor liet hij komen in het theater. Het kwam vanzelf bij hem. Hij heeft hard gewerkt aan die liedjes.”
 
Over de selectie voor deze voorstelling zegt hij: “Dat is het moeilijkste van het maken van een voorstelling. Ik heb wel veel geleerd van mijn vader. Dan hadden we flipovers in de woonkamer en karton op de grond. Dan zat hij zo te kijken en zei hij tegen mij: “je moet dit liedje even opnemen op de cassetterecorder en dat liedje er achter doen. Dan kunnen we het even horen. En dan ging hij vergelijken en luisteren en dan zei hij 'ja, dat zou misschien wel kunnen. Zet dat er eens achter...' En dan kwam er weer iets anders. 'Oh, dat is nog beter' zei hij dan. En zo ging dat. Totdat je uiteindelijk de legpuzzel rond hebt en dan moest je het maar aan het publiek overlaten hoe het uiteindelijk valt. En dan nog hoor... Toon was altijd aan het veranderen. Zelfs op de laatste avond van een voorstelling vroeg hij wel eens aan de pianist om een ander liedje in te zetten.”
 
Zo'n Toon van Impact Entertainment met Maurice Hermans, Ellen Evers en Esmee Dekker is nog tot en met 31 januari 2016 te zien in de Nederlandse en enkele Belgische theaters.