Musicalnieuws.nl

Man op Duivelseiland met vlag en wimpel geslaagd

De Dreyfus-Affaire: Het was groot nieuws. Breed uitgemeten in de Franse pers. Een Joods-Franse legerkapitein die als spion diende voor de Duitsers. Geen handige zet met de Frans-Duitse oorlog nog vers in het geheugen, al helemaal niet ten tijde waarin antisemitisme en nationalisme de toon zette in het dagelijkse straatbeeld. Hoewel overtuigd van zijn onschuld wordt Alfred Dreyfus verbannen naar Duivelseiland, een klein eilandje voor de kust van Frans-Guyana in Zuid-Amerika.

Het overgrote gedeelte van de bevolking kan er niet om rouwen maar door de jaren heen wordt er meer en meer getwijfeld aan zijn veroordeling.
Het is Picquart, hoofd van de geheime dienst – een status die hij kreeg als beloning voor zijn inzet tijdens het proces tegen Dreyfus- die uiteindelijk het bewijsmateriaal voor het tegendeel bovenwater weet te krijgen. Want het was niet Dreyfus die spioneerde voor de Duitsers, maar commandant Esterhazy; een adellijke Fransman.
 
Picquart probeert zijn bevindingen aan de man te brengen, maar krijgt geen voet tussen de deur bij de legerleiding.
Sterker nog, Picquart speelt met vuur en wordt uiteindelijk naar Tunesië gestuurd.
Hij probeert ook vanuit deze uitzichtloze positie te strijden voor gerechtigheid, en uiteindelijk nadat Esterhazy wordt vrijgesproken  van spionage (iets waar hij wél schuldig aan was) komt er een publicatie in de krant van schrijver Emile Zola.
J’accuse (Lettre au President de la Republique) is een open brief waarin wordt gesteld dat de legerleiding van Dreyfus’ zijn onschuld afwist.
 
Het helpt. Dreyfus mag terugkomen van Duivelseiland maar zijn lei is nog niet schoon. Na een nieuw proces wordt hij wederom veroordeeld. Het duurt tot 1906 voordat zijn verleden hem laat rusten.
 
Het is een hoop materie maar de cast en creatives zijn er in geslaagd dit verhaal te vertalen naar het toneel, en hoe.
Vanaf moment 1 klopt het: de statige zaal van het Diligentia theater kan niet beter zijn gekozen. In hartje Den Haag, op steenworp afstand van het politieke hart van het land.
Maar ook vanaf het moment dat het doek op  gaat (of moeten we zeggen af gaat: in de eerste scene vallen er doeken in de kleuren van de Franse vlag) zien we een voorstelling waar goed over nagedacht is.
 
De cast is ijzersterk, we zien goed acteerwerk, en horen mooie stemmen. Het moet sowieso een feestje zijn de muziek van deze voorstelling te mogen zingen want het orkest onder leiding van Richard Fitzhugh klinkt fantastisch!
 
Zonder iemand te kort te doen moeten we een aantal namen noemen; allereerst Julien Gouweleeuw die de rol van Picquart voor zijn rekening neemt. Indrukwekkend zijn de hoeveelheid tekst en nummers die hij hiervoor heeft moeten instuderen maar nog meer verbazen wij ons over zijn sterke spel en stem.
Kelly de Bruin in de rol van Pauline zet een mooie verschijning neer. Zeker haar solo in de tweede akte geeft ons kippenvel.  Niels de Mossenau die als Zola ook fungeert als verteller staat van begin tot eind garant voor spanning in het verhaal. Hij heeft een prachtige stem en juist zijn accent zet een goede toon neer voor de rol van Franse schrijver.
 
Rebecca de Beer als Lucie Dreyfus kan volgens ons zelfs boodschappen lijstjes zingen en er iets moois van maken, wat een stem!
 
Daarnaast zien we ook dat er ontzettend veel tijd en aandacht is uitgegaan naar de details en hiervoor ook complimenten naar de decorbouw, het licht en de kostuums. De microfoons ging her en der wat laat aan, maar laten we dat maar onder gezonde première kriebels scharen, want als de microfoons open stonden was alles goed verstaanbaar.
 
De wereldpremière van Man op Duivelseiland is wat ons betreft met vlag en wimpel geslaagd en voor ons is het wachten op een cast-recording, want het zou zonde zijn deze muziek maar voor 4 voorstellingen tot leven te brengen.
 
Klik HIER voor ons fotoverslag