De Duitse schrijver Kurt Held (echte naam Kurt Kläber) was een joodse communist die tijdens de tweede wereldoorlog zijn land ontvluchtte en zich in Zwitserland vestigde. Held was een zeer politiek geëngageerd man, die kinderen als slachtoffers zag van oorlog, klassenstrijd en onrechtvaardigheid. Zaken die in de tijd dat hij zijn boeken schreef heel actueel waren. En dat eigenlijk nog steeds zijn. Eén van zijn boeken, “Die rote Zora und ihre Bande”, dat speelt in de jaren 30 van de vorige eeuw aan de Kroatische kust, is zo’n boek waarin hij misstanden beschrijft aan de hand van de belevenissen van een groep kinderen die daar het slachtoffer van worden. Jongerentheater Quint bewerkte dit boek van Held tot een musical, die afgelopen vrijdag, 12 september, in première ging in het Isala theater in IJsselstein.

De bende van rode Zora vertelt het verhaal van de jonge Branco (gespeeld door Marcus de Jonge) die zonder zijn vader, een violist, opgroeit bij zijn moeder. Als zijn moeder komt te overlijden staat Branco er alleen voor. Zijn oma kan niet voor hem zorgen en hij belandt op straat waar hij kennismaakt met een groepje zwervende meisjes. Leider Zora (Nathalie van Arenthals) helpt hem echter eerst ontsnappen uit de gevangenis waarna ze Branco meeneemt naar hun schuilplaats in de ruïne van een kasteel. Zo sluit hij zich aan bij de bende van rode Zora, die verder bestaat uit Pavle, Nicolina en Duska (Vera Cup, Nina Hofman en Isha Ferdinandus). Om te overleven zijn ze gedwongen om eten te stelen en dat maakt hen niet populair bij de mensen uit de naburige stad. Er wordt druk gejaagd op Zora en haar kornuiten, onder meer door de agenten Begovic en Dordevic (Dion Berkvens en Eline van Beek). Alleen visser Gorian (Thijs Miedema) staat nog aan hun kant, maar hij heeft ook zo zijn eigen problemen met het plaatselijke establishment. Zo wordt het hem verboden om zijn vis op de markt te verkopen, omdat hij geen ventersvergunning heeft, en dat alleen maar omdat hij weigert zich aan te sluiten bij de visserijcoöperatie. Uiteindelijk lukt het de stedelingen om de bende van rode Zora op te pakken, maar tenslotte loopt het verhaal toch nog goed af. Op één groot drama na: de dood van het aandoenlijke hondje, dat nog lang bleef spoken in ons hoofd.

Het is jongerentheater Quint gelukt om de zware problematiek die Kurt Held in zijn boek verwerkte, in te pakken in een vlot verteld verhaal. Daarbij wordt de boodschap zelf niet geschuwd. Die boodschap en hoe we eigenlijk om zouden moeten gaan met mensen die het minder getroffen hebben dan de meesten van ons komt goed tot uiting in het laatste lied voor de ontknoping van de tweede akte, als de bewoners van het stadje tot inkeer komen en de bendeleden opnemen in hun gemeenschap. Waar in de eerste akte het ensemble in de grote nummers soms enigszins statisch op het podium staat herpakt men zich in de tweede akte met een aantal groepsnummers die aangenaam zijn om naar te kijken. De klunzige en slapstickachtige manier van optreden van met name agent Begovic is aanstekelijk en zorgt voor de nodige humor in het verhaal. De inzet van een violist op het toneel zorgt voor een toegevoegde waarde en ook voor humor, op het moment dat de dochter van de burgemeester zijn spel onderbreekt (“nou even niet!”). Mooi zijn ook de kostuums, die het tijdsbeeld en de Kroatische omgeving goed weergeven.

De bende van rode Zora is zondag 14 september nog te zien in het Isala Theater in Capelle aan den IJssel, op 26 en 27 september in Theater de Tuyter in Krimpen aan den IJssel en op 11 en 12 oktober in Dorpshuis Swanla in Zevenhuizen. Daarnaast worden er nog een aantal besloten schoolvoorstellingen gegeven.