Musicalnieuws.nl

Jesus Christ Superstar en Ted Neeley: een kwestie van respect!

Na afloop van de fenomenale Nederlandse première van Jesus Christ Superstar in het World Forum Theater in Den Haag op 15 december is het op het podium nóg drukker dan tijdens de voorstelling zelf. Veel bekende Nederlanders en musicalartiesten, waaronder Dieter Troubleyn, Martin van der Starre en Jeroen Phaff (Jezus, Judas en Pontius Pilates in de Nederlandse versie) gaan samen met de cast van de musical op de foto. Aan de zijkant van het podium staat regisseur Massimo Romeo Pipero rustig naar het schouwspel te kijken. MusicalNieuws ontmoette hem eerder dit jaar in Rome waar we onder meer spraken over Jesus Christ Superstar.

‘We weten dat dit een hele krachtige productie is’, zei hij ons toen. ‘Het is niet alleen maar Ted Neeley.’ Ook vertelde hij ons dat Tim Rice (samen met Andrew Lloyd Webber de maker van Jesus Christ Superstar) dit één van de beste producties van deze musical vond die hij ooit had gezien. In Den Haag konden we constateren dat zowel Pipero als Rice gelijk hadden. De manier waarop Jesus Christ Superstar werd opgevoerd in het World Forum Theater was ijzersterk en het was niet alleen Ted Neeley die indruk maakte.
 
Toch leek het er op dat de hele zaal vooral was afgekomen op Ted Neeley. Voordat de film van Norman Jewison in 1973 uitkwam maakte Neeley al deel uit van de originele Broadway productie van de musical als understudy voor de hoofdrol. Het was echter de film die hem wereldberoemd maakte en ervoor zorgde dat hij onlosmakelijk verbonden werd met Jesus Christ Superstar. Niet gek dus dat er vol verwachting werd uitgekeken naar zijn optreden. Het moment dat hij opkwam werd door het publiek beloond met een daverend applaus. Applaus volgde wel vaker, vooral op de momenten dat Neeley vocaal uitpakte en liet horen dat hij deze rol nog steeds als geen ander aankan. Het zit hem echter niet alleen in zijn stem. Zijn hele houding en meewarige blik, met zijn hoofd een beetje schuin naar links, maakt hem nog steeds geloofwaardig.
 
In de eerste akte gaat het helaas even mis met zijn micofoon. Dan weer hard, dan weer zacht, en dan even niets. Gelukkig is het euvel na een paar nummers verholpen en weet Neeley zich weer te herpakken. Zijn vocale interventie tijdens “In The Temple” leidt het publiek al een beetje tot extase. Na de pauze wordt het alleen nog maar beter en “Gethsemane” klinkt zoals we het nog niet vaak in Nederland hebben gehoord. Doorleefd, vol emotie, elk woord zoals het hoort. Het nummer wordt gezongen op een kleine catwalk, die Neeley nog dichter bij het publiek brengt. Op de eerste rij worden (stilletjes) de woorden herhaald die hij zingt, ontroering is te zien op de gezichten van mensen. Als Neely het publiek al niet had geraakt dan doet hij dat nu wel. Het brengt het publiek tot een staande ovatie, terwijl het nummer nog niet eens helemaal voorbij is. Het is ons vergeven, want gemeend en uit respect voor Neeley, de schitterende score van Jesus Christ Superstar en misschien ook wel voor Jezus zelf.
 
Jesus Christ Superstar is echter meer dan Ted Neeley. De muziek en het verhaal zijn zo sterk dat ze ook zonder opsmuk al meer dan voldoende indruk maken. De concertante versies van de afgelopen jaren zijn daar het bewijs van. De wijze waarop regisseur Pipero Jesus Christ Superstar in beeld brengt is volledig ondersteunend aan verhaal en muziek en laat deze ook helemaal in hun waarde. Een kwestie van respectvol omgaan met het basismateriaal, waarbij heel sterk de sfeer van de film wordt opgeroepen. Ook de plek van het twaalf-koppige orkest is tekenend: deels op een helft van het toneel, deels op de stellage die gebouwd is rondom het speelveld. Duidelijk zichtbaar voor iedereen en in het centrum van de aandacht. Het deel van het orkest dat op het toneel staat (de gitaren en keyboards) staat op een draaischijf die ook geregeld dienst doet als achtergrond voor bepaalde scenes. Op die manier is het orkest (en daarmee de muziek) een onlosmakelijk deel van het geheel.
 
De cast lijkt zo weggelopen te zijn uit de film. Eigenlijk maken alle hoofdrolspelers (Feysal Bonciani als Judas, Simona Distefano als Maria Magdalena, Paride Acacia als Annas, Francesco Mastroianni als Kajafas, Emiliano Geppetti als Pontius Pilates en Salvador Axel Torrisi als Herodes) indruk met hun stemmen. “Heaven On Their Minds” (Judas), “Everything’s Alright” en “I Don’t Know How To Love Him” (Maria Magdalena) klinken heerlijk en Kajafas en Annas vormes samen een heerlijk snood duo met stemmen die je bij hun rollen verwacht.
 
Als Jezus zijn zweepslagen ontvangt zijn beelden op het voordoek te zien van wat mensen elkaar de afgelopen eeuw niet allemaal hebben aangedaan: van Auschwitz en de jodenvervolging, via Viet Nam, de Rode Khmer in Cambodja, naar meer hedendaagse verschrikkingen als de Joegoslavië oorlog, de vluchtelingencrisis en Parijs 23/11. Het nummer “Superstar” begint in de foyer van het World Forum Theater, waarbij Judas via een livestream met de zaal verbonden is. Tijdens het nummer stapt hij de zaal binnen, gevolgd door een aantal castleden én Jezus. Een kleine triomftocht.
 
‘Ik ben opgetogen, blij en trots om hier te staan’, vertelt Pipero ons na afloop. ‘Ik kan het gewoon niet geloven. De reacties van het Nederlandse publiek zijn zo warm en enthousiast. We hebben eerst twee try-outs gespeeld en dit is alweer de derde voorstelling. Ik had het echt niet verwacht. We hebben net weer een tour in Italië achter de rug, en ook daar worden we elke keer met de warmte van het publiek geconfronteerd, maar ik had niet verwacht dat we ook in Noord Europa zulke warme reacties zouden krijgen. We doen ons best en we hadden er ook best wel vertrouwen in dat iets moois kon gebeuren. En dat is dus ook gebeurd!’
 
‘Wie weet tot ziens!’, zegt hij bij het afscheid.
 

Producties Musical 2.0 - 2024/2025